Controleren op begrip met Slido en Blooket

Twee tools die ieder op zich hetzelfde doen, wel in een heel andere stijl: ik testte het wat zakelijke Slido bij één klas en het veel speelsere Blooket bij de andere klas. Ik wilde twee dingen ervaren: de snelheid waarmee je als docent de quiz op kan zetten en hoe de quiz overkomt op de studenten bij mijn stageschool, een ROC. Zelfde les, zelfde controle op begrip, ander uiterlijk en gebruikservaring zo verwachtte ik. 

Leeswijzer

Dit blog heeft de volgende onderwerpen. Klik erop om meteen naar dat onderwerp te gaan.

1. De opzet: de les, leerdoelen en de middelen
2. De tools uitgelegd
3. De ervaringen met het gebruik
4. Conclusie

De opzet

De les

Voor het vak Nederlands bij het ROC ontwikkelde ik een les over het onderwerp objectief en subjectief. Een les waarin ik zowel ouderwets met de pen en wisbordje werkte als dus met diverse ICT-tools. Het programma zag er zo uit (screenshot van Classroomscreen):

Leerdoelen

De leerdoelen voor deze les klonken als volgt:

• De student kan het verschil tussen een objectief argument en subjectief argument herkennen en benoemen. 
• De student benoemt het verschil tussen objectief en subjectief.

Indeling en opdrachten

De les zag er als volgt uit en is gemaakt volgens de directe instructiemethode (Van Ast et al., 2024, p. 133-184 & Teitler, 2015, p. 95-106). 

Lesfasen & timing	Leerdoel(en) per fase – wat weten of kunnen de leerlingen (beter) na dit onderdeel?	Leerinhoud en middelen	Activiteiten van de leerlingen
1 Opening (5 min)	Wat de spelregels voor deze les zijn	Classroomscreen.com-scherm op digibord met daarop diverse uitingen van regels	Leggen hun telefoon terzijde, laptop dicht, tassen van tafel, ze zitten klaar voor de les.
2 Voorkennis activeren en introductie   (5 min)	Benoemen wat het verschil is tussen feiten en meningen.	Voorbeelden van objectieve en subjectieve woorden, die de studenten moeten groeperen en het patroon benoemen, wisbordjes, classroomscreen.com met de structuur van de les erop	Studenten zien tien woorden op het scherm staan en gaan individueel aan de slag om deze op te schrijven op een wisbordje. Op het teken van de docent houden ze die omhoog. Ze mogen op fluistertoon overleggen met de buurman of -vrouw.
3 Instructie / presentatie en begeleide inoefening   (15 min)	Het verschil tussen objectieve en subjectieve argumenten herkennen en benoemen.	Definitie en voorbeelden van objectieve en subjectieve argumenten uit het dagelijks leven	De leerlingen luisteren en beantwoorden vragen over de stof.
4 Individuele verwerking   (25 min)	Het verschil tussen objectief en subjectief benoemen en toepassen in casussen.	Casussen uit de praktijk waarin studenten moeten aangeven of een rapportage objectief of subjectief is (en waarom), uitgedeeld op papier en genummerd – 4 casussen + extra voor de snelle denkers – enkele reflectieve en verdiepende vragen voorbereid als de tijd snel gaat	Denk-Schrijf-Rondpraat: de studenten gaan zitten in groepjes van drie of vier en krijgen individueel denktijd waarna ze hun antwoorden noteren op het vel. Ze leggen hun pen neer na 8 minuten, enkelen hebben mogelijk meer dan 4 casussen gemaakt. Om de beurt vertellen ze aan hun teamgenoten hun antwoord op één van de casussen: 1 geeft antwoord op casus 1, 2 op casus 2, enz.. Er is ruimte voor enige discussie over het antwoord.
5 Terugblik & feedback (10 min)	Ophalen wat ze hebben geleerd deze les en wat ze van de les vonden	Quiz voorbereid met vragen over de stof, wisbordje	Studenten maken de quiz en kijken hoe goed ze het doen. Daarna een tip en een top over de les op hun wisbordje schrijven.

Benodigdheden bij deze les nog even op een rij:

• Classroomscreen.com (t.b.v. orde en klassenmanagement)
• 2 verschillende tools voor de herhalingsquiz aan het einde: Slido & Blooket
• Antwoordvellen voor de casussen, geprint op A4
• Invulvellen voor de casussen, geprint op A4
• 25 wisbordjes

Waarom een digitale quiz?

Voordat ik vertel over mijn ervaringen met de tools is het waarom erachter belangrijk. Volgens de literatuur is het van belang dat de tool bijdraagt aan je doel en niet andersom (Walraven, 2023). Ik koos voor de interactieve aanpak in mijn les - veel samen doen, veel bezig zijn. Ik had natuurlijk bij lesonderdeel vijf 'gewoon' de vragen de klas in kunnen slingeren en iemand de beurt kunnen geven om te kijken of er iets was blijven hangen. Het grote voordeel van de inzet van de quiz was hier de individuele aanspreekbaarheid: alle leerlingen moesten meedoen. Ze konden door de directe feedback meteen zien waar ze stonden én het sloot aan bij de hoge mate van interactiviteit van de rest van de les.

Bij de ene klas zette ik als slotstuk Slido in en bij de andere klas Blooket. 

De tools uitgelegd

Slido

Slido is een platform dat voornamelijk wordt gebruikt voor het verbeteren van interactie tijdens vergaderingen, evenementen en conferenties. Het biedt functies zoals:

• Live polls: realtime feedback verzamelen van deelnemers.
• Q&A: Deelnemers kunnen vragen stellen, zelfs anoniem, en stemmen op vragen die ze belangrijk vinden.
• Quizzen: Organisatoren kunnen quizzen maken om de sessies interactiever te maken.
• Word clouds: Dit helpt bij het visualiseren van de meest voorkomende antwoorden of gedachten van deelnemers.

Blooket

Blooket is een educatief platform dat zich richt op het gamificeren van leren. Het wordt voornamelijk gebruikt in klaslokalen en biedt functies zoals:

• Trivia en review games: vraagsets kiezen en verschillende spelmodi om studenten te betrekken.
• Beloningen en uitdagingen: beloningen voor het correct beantwoorden van vragen en het voltooien van uitdagingen.
• Aanpasbare vraagsets: eigen vraagsets maken of bestaande sets gebruiken.

Overeenkomsten

• Beide platforms gebruiken quizzen en vragen om interactie te bevorderen acties en communicatie tussen deelnemers en de activiteit).
• Ze zijn beide ontworpen om de betrokkenheid (aandacht, enthousiasme en motivatie) van deelnemers te vergroten, zowel live als online.

Verschillen

• Doelgroep: Slido richt zich op professionele evenementen en vergaderingen, terwijl Blooket zich richt op educatieve instellingen en klaslokalen.
• Functies: Slido biedt tools zoals Q&A en word clouds die specifiek zijn voor vergaderingen en evenementen, terwijl Blooket zich richt op gamificatie met verschillende spelmodi en beloningssystemen.
• Gebruiksscenario's: Slido wordt vaak gebruikt in een zakelijke of professionele setting, terwijl Blooket voornamelijk in educatieve omgevingen wordt gebruikt.

Eervolle vermelding: Classroomscreen en Canva

Zoals hierboven beschreven komen Slido en Blooket bij het vijfde onderdeel, de terugblik, aan bod. Ze vormen de hoofdmoot van mijn artikel. Er waren nog meer tools in het spel, die ik bij wijze van inspiratie wil meegeven: Classroomscreen gebruikte ik voor het klassenmanagement en de structuur van de les. Sommige onderdelen van wat ik liet zien op Classroomscreen maakte ik in Canva. Ik maakte er een template in voor lesonderdeel vier van het directe instructiemodel: de instructie op zelfwerkzaamheid of wel individuele verwerking - ook bekend als 'wwhhtuk' (Van Ast et al., 2024, p. 163). Hieronder een sceenshot van die uitwerking:

Ervaringen met het gebruik

Waar voor mij het grootste verschil in zat, was de tijd die het kostte om de voorbereide vragen in het systeem te zetten. Slido is heel minimalistisch vormgegeven en Blooket heel figuurlijk, grafisch. In Slido kon ik alles zo vinden; Blooket had iets meer uitdaging voor me, hoewel ze allebei in de categorie 'gemakkelijk in het gebruik' zouden vallen. Hieronder screenshots van hoe groot het verschil in de gebruikersschermen is. Eerst Slido en dan Blooket.

Verder geven beide tools feedback over het succes van de deelname en het aantal vragen dat per deelnemer goed ging. Dat maakt dat je kunt tweaken in de vraagstelling. Natuurlijk zou je de betaalde versies van beide platforms moeten hebben om details te zien. Voordeel van Slido vond ik in dit verband dat je wel kon zien hoe de klas scoorde op een vraag (zie de groene balk in bovenste screenshot), ten opzichte van Blooket die alleen maar de totalen gaf. 

Blooket geeft heel veel mogelijkheid tot gamificatie - er zijn tal van opties. Door tijdgebrek en om een betere vergelijking te kunnen maken tussen de tools koos ik voor de klassieke quiz-uitvoering. 

Conclusie over de les

Leerpunt met betrekking tot de leerinhoud was: ik was in feite geslaagd in de opzet, maar de vragen werden lang niet allemaal goed beantwoord, dus op het begripsniveau vraagt mijn les aanpassing voor een volgende reeks. Ik zat niet helemaal op het beheersingsniveau van de studenten (Teitler & Teitler, 2020, p. 35, advies 24). Doordat ik zelf de feedback ook terugzie, weet ik wel waar ik aan moet werken. Dit alles wint het toch van leerlingen een beurt geven. De interactiviteit van de leeractiviteiten vonden de studenten prachtig, zo bleek uit de tips & tops die ik ontving.

Wat ik terugkreeg van de studenten was dat ze de koddige weergave van Blooket heel leuk vonden, zonder dat ik ze het vroeg: ze begonnen er zelf over. De meesten kenden het nog niet. Slido daarentegen hoorde ik helemaal niets van terug. Wat mij opviel tijdens het gebruik in de les: de Slido-ers waren stiller dan de Blooket-ers: het grafische element leidde tot enige hilariteit ("wat schattig!"). 

Dat gamificatie leuk gevonden wordt, merkte ik een volgende les, toen mijn stagedocent - geïnspireerd door het interactieve karakter van mijn les - het weer overnam en zelf met weer een andere tool op de proppen kwam: Quizziz. Daar zijn power-ups te verdienen bij goede beantwoording die je, geheel in Mario Kart-stijl (denk bommetjes en bananen), kunt loslaten op je klasgenoten. 

Literatuur

• Teitler, R. Teitler, P. (2020) Les is meer, 141 manieren om gewenst gedrag te bevorderen. Bussum: Coutinho.
• Teitler, P. (2015) Lessen in orde in het mbo. Bussum: Coutinho.
• Van Ast, M. De Loor, O. Spijkerboer L. (2024) Effectief leren, de docent als regisseur. Groningen/Utrecht: Noordhoff.
• Walraven, A. (2023) Digitalisering in het (taal)onderwijs. Dora, J. Van der Loo, J. Gubbels, J. Van Rijt, J. (Reds.) Vaardig met vakinhoud. Bussum: Coutinho.